Raadsels rond een beeld

Ouderdom en herkomst

In hoofdstuk 4 lezen we: ‘Bij een kerkvisitatie in 1515 had onze kerk niet minder dan vijf altaren, een zeker bewijs van welvaart. Wamel was toen, zo niet het grootste, dan toch wel een van de grootste dorpen in Maas en Waal. Deze altaren waren gewijd aan de H. Maagd Maria, St. Antonius met het varken, de H. Driekoningen, St. Severinus en de H. Catharina, Barbara en St. Andries. Ook was er nog het Sinterklaas-altaar.’
Het is goed mogelijk, dat in 1515 de altaren getooid geweest zijn met een beeld van de betreffende heilige, dat was namelijk de gewoonte. Ook in de Stiftkerk van Xanten, die zowel de kerk als vele andere goederen in Wamel bezat, treffen we dergelijke altaren aan. Wij waren daarom zeer verrast, toen uit het onderzoek bleek, dat het beeld gedateerd werd rond 1511. Er zou dus een relatie kunnen zijn tussen het beeld dat werd herontdekt en het altaar dat in 1515 genoemd werd. Helaas moet het blijven bij de constatering, dat er mogelijk een verband is. We komen daar nog op terug.

Hier ziet men het varken afgebeeld. Hoewel de trekken van een echt varken niet geheel treffend zijn, kan er toch geen twijfel bestaan over het felt dat het echt een varken voorstelt.

Hier ziet men het varken afgebeeld. Hoewel de trekken van een echt varken niet geheel treffend zijn, kan er toch geen twijfel bestaan over het felt dat het echt een varken voorstelt.

Bijzonder aan het beeld zijn de schitterend uitgewerkte details. Dat komt bij dergelijke beelden slechts zelden voor. Deze beelden werden namelijk gepolychromeerd, dat is een bepaalde techniek van schilderen die met name in de kerkelijke kunst voorkomt. Kenmerkend daarbij is het gebruik van veel kleuren. Niet het houtsnijwerk moest de expressie aan het beeld geven, maar de beschildering. Bovendien kregen dergelijke beelden vaak een laagje bladgoud, dat over alle plooien van het gewaad heen gewerkt moest worden. Hoe minder diep deze waren uitgesneden, hoe makkelijker het met goud bedekt kon worden en… er was dan ook minder goud nodig, dus het was goedkoper! Ook dit beeld moet oorspronkelijk een goudlaagje gehad hebben, want bij het schoonmaken werden nog enkele kleine fragmentjes gevonden.
In de linkerhand houdt de figuur een boek vast, waarschijnlijk de bijbel, of een gebedenboek. In de rechterhand heeft hij een staf gehad. De rechterhand is vermoedelijk later opnieuw aangezet en is niet origineel. Het snijwerk van de aderen op de handen is bij de linkerhand veel kundiger uitgewerkt dan op de rechterhand. De staf is verdwenen.
Op dit onderdeel na is het beeld bijzonder gaaf en verkeert het in een uitstekende staat. Het is een Nederduits beeld en moet door een meester houtsnijder vervaardigd zijn. Het moet in die tijd al een vrij prijzig exemplaar geweest zijn, omdat het tot de topstukken uit deze kunstrichting gerekend moet worden.
Het beeld is vermoedelijk gemaakt in Kalkar of omgeving. Deze stad was bekend om het feit dat het een centrum van zeer goede houtsnijders was. Dat is overigens nog zeer goed te zien aan de overdaad aan houtsnijwerk waarmee de kerk van Kalkar getooid is. Men treft daar indrukwekkende altaren aan met zeer fijn houtsnijwerk. Ze zijn zo overdadig en fijn gesneden, met honderden figuren en voorstellingen, dat men alleen al een halve dag zou kunnen uittrekken om bijvoorbeeld het hoofdaltaar echt goed, figuur voor figuur, te bekijken.

Naast de altaren met metershoog snijwerk treft men ook individuele beelden van heiligen aan. Ook hier is het vakmanschap van de houtsnijders overduidelijk. Vergelijken we de beelden van Kalkar met de heiligen uit de kerk in Xanten, dan zijn de beelden uit Xanten minder van kwaliteit.

Vergelijken we het in Wamel gevonden beeld met de beelden uit deze beide plaatsen, dan mag de “Wamelse” heilige een waar meesterwerk genoemd worden. In geen van beide kerken staat een beeld van vergelijkbare kwaliteit. Het komt slechts zeer zelden voor, dat beelden van deze kwaliteit nog herontdekt worden. De “vondst” wordt daarom in vakkringen als uniek bestempeld.

Natuurlijk bestaat er geen enkele zekerheid, dat dit beeld in 1515 in de Wamelse kerk stond. Het kan bijvoorbeeld tijdens de beeldenstorm best via andere wegen naar Wamel gekomen zijn, waar het eeuw in eeuw uit van de ene naar de andere zolder verhuisde. Denken we even terug aan het hoofdstuk “Begraven verleden”, waar een beschrijving te vinden is van de kelk die in 1510 in Leiden gemaakt is en die nu nog in het bezit is van de Wamelse parochie. U kon daar lezen, dat ook bij deze kelk een relatie met de woelige jaren rond de hervorming gelegd kan worden.
Aangezien de ontstaansperiode van beide kunstvoorwerpen zeer dicht bij elkaar ligt, kan het beeld even goed een onderdeel van een bepaalde collectie geweest zijn, die op een of andere wijze in Wamel terecht kwam en die in de loop der eeuwen steeds verder uiteen viel. De kunsthistorische waarde van het beeld en zijn oorsprong waren in elk geval volledig onbekend toen men deze Antonius wilde weggooien.
Toch is het niet zo vreemd te veronderstellen dat dit beeld ooit in de oude Wamelse kerk stond. Wamel heeft namelijk iets met deze heilige. Hoewel St. Victor altijd de officiele patroonheilige van de parochie geweest is, blijkt de hoofdmoot van devotie en verering steeds uitgegaan te zijn naar Antonius met het Varken.
Ook in Xanten bestond overigens een verering van deze heilige. In het stadsmuseum is een beeld van hem te vinden, dat enkele decennia vroeger gedateerd wordt. Dit beeld is echter niet te vergelijken met de Wamelse vondst. Het beeld uit Xanten is van een veel primitievere uitvoering.

Wat ook de oorsprong van Antonius met het Varken moge zijn, één relatie met ons dorp staat vast: het beeld werd hier gevonden. Misschien kunnen we ooit nog eens meer gegevens over de geschiedenis van dit kunstvoorwerp boven tafel krijgen. Als het beeld oorspronkelijk uit Wamel afkomstig is dan zou het veel raadsels kunnen oplossen als het kon spreken. Dat soort zaken gebeuren echter alleen in stripverhalen. In het dagelijkse leven hebben we het in dit opzicht iets moeilijker.