Met Christelijke groet…

Ontwikkelingswerk

Het ontwikkelingswerk van de KAB voor haar leden zoals dat in de jaren dertig bestond werd op min of meer dezelfde voet voortgezet. Vanaf 1947 vonden weer de jaarlijkse winterprogramma’s plaats, bestaande uit een zestal ontwikkelingsavonden, verspreid over de maanden november tot en met april. Jan de Zwart sprak over ontslagrecht, rector -later bisschop- W.M. Bekkers kwam in 1953 als geestelijk adviseur van de BDWB. Veel gehoord was ook rector Simkens uit Nijmegen, bijvoorbeeld over de plaats van de goede KAB-er in de nieuwe tijd. Maar ook assistent-landbouwconsulent Meeuwsen hield een voordracht, over de noodzaak goede groenten te eten en zelf te telen. Kortom, het aanbod aan onderwerpen was weer zeer ruim.
Net als voor de oorlog was ook nu het KAB-bestuur niet bijzonder tevreden over het bezoek aan de ontwikkelingsavonden, “en ontwikkeling is hard nodig”, aldus secretaris A.M. Zondag in 1950. Het bestuur en de geestelijk adviseur volhardden in hun aansporingen, maar moesten in 1953 constateren dat de avonden slecht bezocht waren. Ook muzikale omlijsting door Gidsen, Zwaluwen en Verkenners mochten niet helpen. Misschien speelde de organisatie van eigen ontwikkelingsavonden door de vakbondsafdelingen een rol bij de geringe opkomst.    
Met de toename van het aantal vakbondsafdelingen tussen 1945 en 1948 groeide in Wamel vanzelfsprekend het aantal kaderleden en daarmee ook de deelname aan de jaarlijkse kadercursussen. Deze werden in Druten, maar ook wel in Wamel gehouden, zoals in oktober 1956, toen de bijeenkomst in de salon van Frans Rutten plaatsvond. Het zaaltje in de toenmalige noodkerk bleek te klein.
De cursussen in Druten bezochten de kaderleden meestal per fiets.
De deelname was over het algemeen goed, meestal tussen de 10 en 20 bestuurders.
Een nieuw initiatief in 1947 was de poging tot oprichting van een Sociale School in Druten. In maart reisden bestuursleden van de KAB de omliggende afdelingen af om de belangstelling daarvoor te peilen. Of het idee direct aansloeg is niet duidelijk, wèl dat in 1950 sprake is van een langzaam toenemende interesse voor deze 3 jarige opleiding. Drie Wamelse leden namen toen deel aan de Sociale School.
Tot slot noemen we in het kader van de culturele en zedelijke vorming de studiedagen in Gemert, waar ieder jaar enkele bestuursleden twee of drie achtereenvolgende dagen naar toe gingen, en de KAB-retraites, waarvoor een wisselend aantal Wamelse leden meestal naar Vught togen.
Op het gebied van de materiële belangenbehartiging gaf de geleide loonpolitiek van de regering, waaraan zowel de vakbeweging als de werkgevers hun medewerking verleenden, weinig aanleiding tot veelvuldige acties of confrontaties. De specifieke vakbelangen, waar de leden meestal directer mee te maken kregen, werden behartigd door de vakbondsafdelingen en niet door de centrale KAB.
De eerste jaren na de oorlog was de Wamelse KAB betrokken bij gemeentelijke activiteiten met betrekking tot kolenvoorziening, gezinshulp, huisslachting en het comité voor textielnoodpaketten, waarin in 1946 KAB-voorzitter Joh. Vermeulen zitting had.
In 1947 zond de KAB een brief aan de gemeente met het enigszins stekelige verzoek “om de te bouwen arbeiderswoningen ook daadwerkelijk aan arbeiders toe te kennen”. Ook in latere jaren had de KAB bemoeienis met woningbouwplannen en woningverdeling. In 1950 vaardigden de gezamenlijke besturen van Wamel en Beneden- en Boven-Leeuwen een vertegenwoordiger af in de Commissie voor Overbrugging.
Het KAB-adviesbureau bleef, in samenwerking met het kringbestuur, als vraagbaak en ondersteuning op allerhande terrein dienst doen.    
Niet alle activiteiten van de Wamelse KAB waren rechtstreeks gericht op het behartigen van culturele, zedelijke en materiële belangen. Ook andersoortige acties konden op steun rekenen. In 1951 werkte de KAB mee aan een collecte voor een kleuterschool en aan een Missie-fancy-fair van de zusters. Vanaf 1954 verschafte zij de Bond van Ouden van Dagen, waarin Joh. Merx actief was, elk jaar een subsidie. In 1948 en 1949 organiseerde zij in samenwerking met het Katholiek Thuisfront een “Cigarettenactie voor de jongens in Indië”. In dat laatste jaar was de actie bijzonder succesvol, de opbrengst bestond uit 38 pakjes shag, 45 doosjes sigaretten, 3 dozen sigaren, 28 pakjes vloei, 12 rollen pepermunt en ƒ 17,=.