De polder, ontwikkeling en strijd tegen het water

Beschrijving van de watersnoodramp van 1781 uit de jaar-boeken van Tiel

In het huidige Nederlands vertaald schrijft de auteur:
Ten tijde van de meeste verwarring en op het moment van het grootste gevaar voor deze stad hoorde men van de wallen, door het donderend gerommel van het ijs en het gebulder van de wind het akelige gelui van de noodklokken te Wamel en Dreumel, vermengd met het schreeuwen en kermen van de vluchtende inwoners die bezig waren zichzelf en hun vee op de dijk in veiligheid te brengen. Maar, ter verzwaring van hun ellende vonden zij die door het water wel twee voet (ongeveer 60 cm) hoog overstroomd en op sommige plaatsen reeds doorgebroken, terwijl het water met een groot geweld over de dijk naar binnen stortte en alles met zich meesleurde wat het op zijn weg tegenkwam. Vertrouwend op de wachters had men zich te rusten gelegd. Maar de wachters, door de schielijke en nog nooit zo snel voorgekomen stijging van het water verrast, hadden nauwelijks tijd om hun mededorpelingen behoorlijk te waarschuwen. Door het licht van hun lantaarns en lampen kon men ze radeloos heen en weer zien lopen; en hun geroep van Help!.. Help ! … Help God… sneed door de ziel van degenen die het hoorden en zagen (vanaf de stadswallen); terwijl niemand gedurende de hele nacht en ook bijna de hele volgende dag niet door het ijs de rivier over kon komen om enig nieuws te krijgen.