Ontstaan en vroegste bewoning

Het mysterie van de Waal

Minstens tot het begin van onze jaartelling moet de hoofdstroom van de Waal anders gelopen hebben dan tegenwoordig. Men veronderstelt dat de rivier zo ongeveer tegenover Wamel naar het noorden afboog en vanaf de plaats waar nu de Tielse haven ligt, om deze plaats heen liep. Een gedeelte van de gracht die nu midden in Tiel te vinden is, maar die eeuwenlang aan de buitenkant van de stad lag, zou nog een deel van de toenmalige rivierloop zijn, waarna de Waal zich voortzette via de huidige Beneden Linge. Geologisch onderzoek heeft dit duidelijk aangetoond en daar bestaat eigenlijk geen twijfel over.

Een overzicht van de stroomafzettingen van de laatste 1500 jaar. Duidelijk is te zien dat in die periode de Waal ook voor Tiel langs gelopen moet hebben.

Een overzicht van de stroomafzettingen van de laatste 1500 jaar. Duidelijk is te zien dat in die periode de Waal ook voor Tiel langs gelopen moet hebben.

Rond het begin van de jaartelling moet er echter een zijtak zijn ontstaan op de plaats waar de Waal, stroomafwaarts van Wamel, nu ligt. Vast staat, dat de Waal oorspronkelijk slechts een kleine stroom was en het huidige gebied Wamel – Tiel aan dezelfde oever van de hoofdstroom gelegen heeft.
Over het precieze tijdstip van het ontstaan van de nieuwe bedding is moeilijk duidelijkheid te krijgen. Er zijn zaken die er op wijzen dat dit tussen het jaar 500 en het jaar 1000 gebeurd moet zijn, maar er zijn andere aanwijzingen die dit tegenspreken.
Het is namelijk erg vreemd, dat de grenzen van de oude kerspels (vergelijkbaar met de tegenwoordige gemeenten) vanaf Wamel en Tiel in westelijke richting over de rivier als het ware rechtdoor te trekken zijn. Het lijkt er op dat de rivier ze als een mes doorgesneden heeft, terwijl dat vanaf beide plaatsen in de richting Nijmegen niet het geval is. Bovendien heeft er tussen Tiel en Wamel tot ver in de vorige eeuw een soort ondiepe drempel in de Waal gelegen en twee grote eilanden. Dat moeten de resten van een oude oeverwal geweest zijn. Die resten zijn in de vorige eeuw opgeruimd in verband met de scheepvaart die er hinder van ondervond toen er grotere schepen kwamen met meer diepgang. Uitgaande van de veronderstelling dat dorpen als Wamel pas tussen 700 en 800 gesticht zijn, zou die verlegging van de bedding pas daarna gebeurd moeten zijn. Anders zou de kerk aan de rand van het dorp gebouwd zijn en dat zou een unicum zijn en dus niet aannemelijk. Een andere aanwijzing die deze theorie onderbouwt, is het feit dat Wamel zich verder naar het westen uitgestrekt moet hebben. Ook op de kaart van Van Deventer is dit nog duidelijk te zien. Oorspronkelijk moet de kerk (de huidige P.C. kerk) dus midden in het dorp gestaan hebben, dat was ook de gewoonte destijds. De toren ervan stond op de plaats waar nu de bocht Dorpsstraat/Stationsstraat naar beneden gaat.
Zouden we van de theorie uitgaan, dat Wamel en misschien ook andere dorpen in de omgeving, tussen 400 en 800 niet verlaten zijn geweest en er wel een min of meer permanente bewoning geweest is, dan zal de oorspronkelijke structuur van het dorp behouden gebleven zijn. Dan zal ons dorp ook al veel eerder gekerstend zijn. Misschien wel gelijktijdig met Tiel, waar rond het jaar 600 de eerste kerk gebouwd werd.
Enkele zaken zijn in elk geval wel duidelijk: in 893 heette de Linge al Linge. Na Wamel wordt in de goederenlijst Teisterband genoemd dat aan deze rivier moet liggen. Er moet ook een nauwe relatie geweest zijn tussen het gebied aan de andere zijde van de Waal en Wamel. Het feit dat in het Urbar een groot aantal dorpen onder Wamel genoemd wordt die aan de ‘overzijde’ liggen, is daar op zijn minst een aanwijzing voor. In later eeuwen duikt die verbondenheid overigens steeds weer op boven het -in dit verband raadselachtige- Waalwater. We zullen daarvan nog meermaals spreken in dit boek.

De Waal moet in de loop van die eerste eeuwen dus een stuk van ons dorp weggeslagen en afgekalfd hebben. Dat blijkt ook uit bodemkundig onderzoek, maar wanneer het gebeurde is moeilijk precies vast te stellen. Toch is dat vreemd als we bedenken dat Wamel aan de binnenbocht van de Waal ligt. In de binnenbocht van de rivier is zelden sprake van afslag, daar heeft men juist aanwas. Als echter de theorie klopt dat de hoofdstroom van de Waal bij Wamel naar het noorden afboog en vóór Tiel langs liep, dan ligt Wamel ineens aan de buitenbocht van de rivier en is het heel logisch dat een groot gedeelte aan de noord-westzijde verdwenen is. Misschien gebeurde dat wel op het moment dat de Waal definitief zijn huidige loop kreeg.
Men veronderstelt ook wel eens dat de huidige Waal vanaf onze woonplaats naar het westen een soort strang of binnenwiel was, overgebleven na een oeroude doorbraak van de oeverwal. Bij een grote overstroming zou de Waal tussen Tiel en Wamel een definitieve bres geslagen hebben en daarna via die laagte een nieuwe bedding gevormd hebben. Het woord ‘Waal’ betekent overigens hetzelfde als ‘Wiel’: poel, kolk, bodemloze diepte: doorbraak in een dijk. Het woord ‘Wiel’ in de betekenis van een water heeft dus niets met het wiel te maken dat aan een voertuig zit en wat afstamt van het woord voor draaien in oude talen zoals het Germaans. Als we er vanuit zouden gaan dat er een dergelijke wiel of kleinere zijtak was, dan klopt zowel het verkavelingpatroon van het westelijke deel van Wamel als het feit dat een deel van Wamel in de golven van de Waal verdwenen is. De verkaveling van het westelijke deel van Wamel ligt namelijk haaks op de huidige rivierbedding, maar het ligt schuin op de kavels die pal zuidelijk onder het huidige Wamel liggen. Zou er helemaal geen laagte, wiel of een kleine stroom geweest zijn. dan was het aannemelijk geweest dat de kavels hier evenwijdig aan de andere kavels gelegen zouden hebben. Dat is echter nog geen bewijs. Het is slechts een ondersteuning van eerdere veronderstellingen die enkel via uitgebreid wetenschappelijk onderzoek te bewijzen zijn. Dergelijk onderzoek zou in elk geval veel vragen over dit stukje ontstaansgeschiedenis kunnen oplossen.
Hoe het ook moge zijn, er liggen een aantal onverklaarbare zaken en tegenstrijdigheden als de Waal werkelijk al veel eerder zijn loop via de huidige bedding vond. Een aantal van de zaken die met elkaar in tegenspraak zijn, zouden vervallen als Wamel als nederzetting echt veel ouder is. Ligt het tijdstip van de verlegging van de bedding veel later, tussen 900 en 1200, dan zijn eveneens een aantal tegenstrijdigheden opgelost en passen de stukjes van de legpuzzel schijnbaar mooi in elkaar op basis van de gangbare theorieën omtrent het ontstaan van de huidige bewoningsperiode. Maar het spreekwoord luidt niet voor niets: schijn bedriegt… Zeker is in elk geval dat de noordelijke bedding van de Waal die om Tiel heen liep, rond 1300 werd afgedamd omdat hij verzand was. Toen werd de huidige bedding helemaal de definitieve loop.

Het feit dat in het Urbar staat dat Wamel en Dreumel vanuit Tiel bezien aan de overzijde van de Waal liggen, lijkt op het eerste oog een bewijs voor het feit dat de Waal dus altijd al tussen Wamel en Tiel door stroomde. Maar dan moeten we wel bedenken dat Cesarius deze mededelingen verwerkte in twee bijschriften bij beide dorpen. Het stond dus blijkbaar niet in de oorspronkelijke tekst. Het feit, dat hij dit zowel bij Camel als bij Dreumel in 1222 extra vermeldt -op twee opeenvolgende pagina’s nog wel- zou wel eens een aanwijzing kunnen zijn voor het feit dat het daarvoor, ten tijde van het opstellen van het Urbar in 893, anders geweest is! Temeer omdat bij het iets verderop genoemde Teisterbant in de oorspronkelijke tekst wel vermeld staat, dat het aan de rivier de Linge ligt. Misschien is met name in deze bijschriften één van de sleutels voor de oplossing van het ‘Mysterie van de Waal’ te vinden.